Opvallend is dat Habermas veel minder negatief over de rol van godsdiensten in
de samenleving oordeelt dan velen van een verlichtingsfilosoof hadden
verwacht.
“Vooral met betrekking tot het kwetsbare terrein van het sociale samenleven
beschikken religieuze tradities over de kracht om morele intuïties op
overtuigende wijze tot uitdrukking te brengen”, zo zegt Habermas. De geëigende
rollen in de discussie tussen het hedendaagse secularisme en het religieus
traditionalisme mogen wat hem betreft gerust omgedraaid worden. Neutraliteit
van de staatsmacht mag in ieder geval niet verwisseld worden met uitsluiting
van religieuze uitingen uit de politiek.
Wel stelt hij een voorwaarde aan de inbreng van religieuze taal in de politieke
meningsvorming, een voorwaarde die hij concretiseert in verschillende eisen.
Ben jij het eens met Habermas dat er een voorwaarde moet worden gesteld aan
de inbreng van religieuze taal in de politieke meningsvorming?
Beargumenteer je antwoord aan de hand van drie concrete eisen die Habermas
stelt aan de plaats van religie in de openbaarheid.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Verlichtingsdenker vindt godsdienst onmisbaar