Background image

terug

Vraag 2


veel grote grazers sterfen in 2005

In de Oostvaardersplassen stierf in 2005 aan het eind van de winter een groot aantal grote grazers een hongerdood. Er ontstond een discussie over het al dan niet bijvoederen van de grote grazers. Volgens sommigen laat het ecologisch uitgangspunt van natuurbeheer bijvoederen niet toe.
Na de zomer stond in NRC-Handelsblad hierover een uitgebreid artikel. De volgende tekst vat de kwestie kort samen:

Het belangrijkste strijdpunt in het debat over het natuurbeleid in de Oostvaardersplassen is de wintersterfte onder de edelherten, de Konikpaarden en de Heckrunderen. Deze grote grazers leven in een 5.600 hectare groot omrasterd gebied van Staatsbosbeheer, waar van tijd tot tijd het voedselaanbod onvoldoende is om alle monden te voeden. Daardoor sterven er dieren, vooral aan het einde van de winter. Dat is in de natuur een situatie die eerder regel is dan uitzondering. (…)
Van de populatie edelherten stierf vervolgens 22 procent, van de Heckrunderen overleefde 34 procent de winter niet en van de Konikpaarden bezweek 14 procent van de populatie.

naar: NRC-Handelsblad van 3 september 2005

In de discussie die ontstond, bleken de deelnemers de vraag over het al dan niet bijvoederen als een ethische kwestie op te vatten en daarmee de ethiek te verbreden door ook het wel en wee van dieren daarin te betrekken.
Sommigen verdedigen het laten verhongeren van de grote grazers door te stellen dat het zo nu eenmaal toegaat in de natuur: het is de bedoeling dat op langere termijn een zelfregulerend ecosysteem ontstaat, dat onafhankelijk van de mens kan bestaan.

Zij kunnen zich beroepen op Kant die stelt dat dieren sowieso geen rechten hebben; rechten komen volgens hem alleen toe aan rationele wezens: de mensen.
Anderen stellen dat we de zorg voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen op ons zouden moeten nemen en ze in de winter bijvoederen. Het is - in deze visie - ontoelaatbaar om de dieren binnen een omheind gebied te plaatsen en ze vervolgens te laten sterven bij gebrek aan voedsel. Elk individueel dier heeft recht op extra voer wanneer dat nodig is.

Hoe kan de deugdethiek ons motiveren tot een houding van zorg voor het milieu?

Leg uit hoe je op basis van een plichtethiek ook kunt beargumenteren dat de grote grazers wel recht hebben op extra voer.