Background image

terug

Vraag 5

Geef van elk van de volgende beweringen aan of zij in de loop van de passage juist of onjuist blijken te zijn.

  1. De mensen die patiënt 3119 verplegen zijn niet meer bang voor hem.
  2. Patiënt 3119 heeft de bijnaam Wolf Man omdat hij zich soms wild gedraagt.
  3. Patiënt 3119 vindt alle inspanningen van het personeel van de instelling overdreven.
  4. De raaf in het verhaal bestaat alleen in de verbeelding van het personeel van de instelling.
  5. De kokkin is de enige die bij zijn vertrek medeleven toont met patiënt 3119.
  6. Patiënt 3119 raakt van streek wanneer men hem gereed maakt voor vertrek uit de instelling.
  7. Patiënt 3119 wordt voorgoed opgesloten als een onbehandelbaar geval.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ”juist” of ”onjuist”.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: One