Background image

terug

Vraag 3

Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet in overeenstemming is met de inhoud van de passage.

  1. Chinechelum vindt het moeilijk New England te verlaten.
  2. Onderweg naar het vliegveld probeert Chinechelums moeder haar moed in te spreken.
  3. Chinechelum heeft in Londen een man ontmoet.
  4. Het valt Chinechelum op dat mensen voornamelijk over zichzelf praten.
  5. De mannen waarmee Chinechelum in contact is gebracht waren meestal opscheppers.
  6. Chinechelum heeft een aantal jaren ten onrechte in de gevangenis gezeten.
  7. Chinechelum wordt getroffen door het beeld van de bedroefde familie op het vliegveld.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “wel” of “niet”.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: De volgende tekst…