terug
Vraag 4
Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de inhoud van de passage.
- De weersomstandigheden zorgen ervoor dat de chauffeur niet in slaap valt.
- De passagier is gespannen, maar weet ook een grapje te maken.
- De chauffeur kent de bestemming van de tocht niet.
- De auto moet op een gevaarlijke plek geparkeerd worden.
- De mannen hebben net iemand vermoord, en ontdoen zich van het lijk in de zee.
- De passagier blijft kalm ondanks de komst van de politie.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “wel” of “niet”.