Background image

terug

Vraag 4

Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de inhoud van de passage.

  1. De weersomstandigheden zorgen ervoor dat de chauffeur niet in slaap valt.
  2. De passagier is gespannen, maar weet ook een grapje te maken.
  3. De chauffeur kent de bestemming van de tocht niet.
  4. De auto moet op een gevaarlijke plek geparkeerd worden.
  5. De mannen hebben net iemand vermoord, en ontdoen zich van het lijk in de zee.
  6. De passagier blijft kalm ondanks de komst van de politie.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “wel” of “niet”.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Prologue