terug
Vraag 9
Diverse landen van de Europese Unie (EU) hebben rond het jaar 2000 te maken met een
gespannen arbeidsmarkt (krapte op de arbeidsmarkt).
In één van deze landen vertoont de economie op dat moment, afgezet tegen het gemiddelde
van de EU, de volgende kenmerken:
- lage groei van de arbeidsproductiviteit;
- hoge personen/arbeidsjaren ratio;
- hoge inactieven/actieven ratio;
- hoge arbeidsintensiteit van de productie.
De spanning op de arbeidsmarkt kan leiden tot een algemene stijging van de lonen. Deze
loonstijging zou op den duur weer kunnen zorgen voor een vermindering van de spanning
op de arbeidsmarkt. De overheid in dit land kiest echter voor een sturend beleid.
Zij stelt een verlaging van de inkomstenbelasting voor om de spanning op de arbeidsmarkt
te verminderen.
Schrijf een betoog waarin je aannemelijk maakt waarom de overheid in dit land de voorkeur
geeft aan het voorgestelde belastingbeleid en niet aan een algemene loonstijging, om in
deze situatie te zorgen voor een minder gespannen arbeidsmarkt.
a Gebruik drie van de vier bovenstaande kenmerken (1 tot en met 4) ter ondersteuning van
je betoog. Geef bij elk gekozen kenmerk aan wat het voordeel is van de voorgestelde
belastingmaatregel
in vergelijking met een algemene loonstijging.
b Kies een onderdeel van het stelsel van de inkomstenbelasting uit bijlage "Inkomstenbelasting" dat aangepast zou
moeten worden om de spanning op de arbeidsmarkt te verminderen. Licht deze keuze toe
met behulp van één van de vier bovenstaande kenmerken (1 tot en met 4).