Voordat de landen A, B en C kunnen toetreden tot de EMU, wordt aan elk land de
voorwaarde gesteld dat het land materieel evenwicht realiseert op de betalingsbalans,
zonder interventie door de monetaire autoriteiten.
Voor welk van deze landen geldt dat het geen ander wisselkoerssysteem hoeft te kiezen, om
te voldoen aan deze voorwaarde voor toetreding? Verklaar het antwoord.