In 2003 bevindt de Nederlandse economie zich in een laagconjunctuur. In het |
Centraal Overleg in de Stichting van de Arbeid is in 2003 een najaarsakkoord |
gesloten waarin een loonmatiging wordt afgesproken: de brutolonen in de |
marktsector worden in 2004 en 2005 zeer beperkt verhoogd. Dit in verband met |
de snel oplopende werkloosheid die mede het gevolg is van een verlaging van |
de arbeidsintensiteit van de productie in de marktsector. Ook de verzwakking |
van de internationale concurrentiepositie lijkt te vragen om loonmatiging. |
In onderstaande tabel schetst het Centraal Planbureau de verwachte gevolgen |
van deze afgesproken loonmatiging voor enkele economische variabelen in |
2005. Ter vergelijking is ook de verwachting opgenomen bij een situatie zonder |
deze loonmatiging. |
procentuele veranderingen in 2005 ten opzichte van 2003 |
met loonmatiging |
zonder loonmatiging |
loonkosten per arbeidsjaar (marktsector) | 1,0 | 3,0 |
consumentenprijspeil | 2,6 | 3,0 |
volume particuliere consumptie | 2,0 | 2,5 |
volume bruto investeringen (marktsector) | 2,2 | 2,3 |
volume goederenuitvoer | 11,3 | 11,0 |
productievolume marktsector | 3,4 | 3,5 |
werkgelegenheid in arbeidsjaren (marktsector) | 1,4 | 1,0 |