Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in 2002 een onderzoeksrapport opgesteld |
over de toetreding van een tiental Midden- en Oost-Europese landen (MOElanden) |
tot de Europese Unie (EU) in 2004. Enkele citaten, vrij naar dit rapport: |
“Voor Nederland zal de toetreding van de MOE-landen in 2004 leiden tot een |
extra afdracht aan de EU van 1 miljard euro per jaar. Ook zal hierdoor de van de |
EU te ontvangen structuursteun met 300 miljoen euro per jaar dalen. Anderzijds |
verwachten wij dat de toetreding zal leiden tot een extra groei van het bruto |
binnenlands product (bbp) in ons land van 0,15% per jaar.” |
“Vooral het gemeenschappelijke landbouwbeleid van de EU zal de gevolgen van |
deze toetreding ondervinden. Er zal meer concurrentie komen van de MOElanden, |
waar de prijzen van de landbouwproducten nu aanzienlijk lager zijn dan |
in de EU. Dit prijsverschil zal wel kleiner worden, doordat in de landbouwsector |
van deze MOE-landen fors geïnvesteerd zal moeten worden in modernisering en |
kwaliteitsverhoging.” |
economische gegevens van Nederland en van de MOE-landen: stand van zaken vlak vóór het moment van toetreding |
||
Nederland | totale groep van MOE-landen |
|
bruto binnenlands product (in miljard euro) | 450 | 450 |
index nationale spaarquote 1) | 100 | 50 |
index omvang beroepsbevolking 1) | 100 | 500 |
index bruto toegevoegde waarde per werkzame persoon in de landbouw 1) |
100 | 17,5 |
percentage van de beroepsbevolking dat werkzaam is in de landbouw |
5% | 20% |
bruto toegevoegde waarde van de landbouw (in % van het bbp) |
2% | 7% |