Background image

terug

Vraag 9

De onderste arbeidskracht boven
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) adviseert de overheid in Nederland over het te voeren arbeidsmarktbeleid. Volgens RWI zou dit beleid zich vooral moeten richten op de onderstaande twee doelen.

  • Het verhogen van de participatiegraad.
  • Het verlagen van de werkloosheid.
RWI constateert dat er binnen de beroepsgeschikte bevolking specifieke groepen zijn waarvoor geldt dat de bruto participatiegraad (beroepsbevolking in verhouding tot de beroepsgeschikte bevolking) lager is dan gemiddeld.
Bovendien geldt binnen de beroepsbevolking dat er specifieke groepen zijn waarvoor de werkloosheid, in procenten van de beroepsbevolking, hoger is dan gemiddeld.
RWI is van mening dat het arbeidsmarktbeleid zich vooral zou moeten richten op deze specifieke groepen en wil voor de overheid een beleidsadvies schrijven. Zij baseert dit advies op beschikbare gegevens over de arbeidsmarkt in Nederland, waarvan een selectie is weergegeven in het informatieboekje.


Schrijf dit advies en laat daarin de aspecten a, b, c en d aan bod komen.
  1. Een op bijlage "Vergelijking van de samenstelling" gebaseerde omschrijving van de kenmerken van de specifieke groepen waarvoor geldt dat de bruto participatiegraad lager is dan het gemiddelde in de beroepsgeschikte bevolking.
  2. Een op bijlage "Vergelijking van de samenstelling" gebaseerde omschrijving van de kenmerken van de specifieke groepen waarvoor geldt dat de werkloosheid hoger is dan het gemiddelde in de beroepsbevolking.
  3. Hieronder staan vier maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor de aanbodkant van de arbeidsmarkt.
    1. Verhoging van het inkomen dat geldt als bovengrens voor het gebruik van inkomensafhankelijke regelingen.
    2. Beëindiging van de koppeling tussen lonen en uitkeringen.
    3. Verhoging van het bedrag van de algemene heffingskorting (inkomstenbelasting).
    4. Verhoging van het bedrag van de arbeidskorting (inkomstenbelasting).
    Kies twee maatregelen die geschikt zijn voor dit arbeidsmarktbeleid. Neem ze op in het advies en licht de keuze toe met behulp van gegevens uit het informatieboekje.
  4. Hieronder staan drie maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor de vraagkant van de arbeidsmarkt.
    1. Korting voor werkgevers in de afdracht van premies en loonbelasting voor laaggeschoolde werknemers.
    2. Subsidies aan werkgevers voor het doen van diepte-investeringen.
    3. Scholing van laag opgeleiden.
    Kies twee maatregelen die geschikt zijn voor dit arbeidsmarktbeleid. Neem ze op in het advies en licht de keuze toe met behulp van gegevens uit het informatieboekje.

    Aanwijzingen
    • In het advies moet gebruik gemaakt worden van (onderdelen van) elk van de drie informatiebronnen in het informatieboekje.
    • De onderdelen van het advies moeten logisch op elkaar aansluiten.
    • Gebruik voor het advies 150 woorden. Een afwijking van 25 woorden is toegestaan.