Overheid en vakbonden discussiëren over het te voeren beleid. Binnen de
vakbonden zijn er voorstanders en tegenstanders van het voorgestelde beleid.
De vakbonden kijken naar de gevolgen voor de werkgelegenheid en voor de
inkomensontwikkeling. Met behulp van onderstaand model verkent een
onderzoeksbureau de mogelijke resultaten van dit beleid.
Uitgangssituatie:
(1) | Cl = 0,8(Yl - Bl) + 60 | Cl = consumptie werknemers | ||
(2) | Bl = 0,3Yl | Yl = looninkomen | ||
(3) | Cn = 0,6(Yn - Bn) + 30 | Bl = belasting op looninkomen | ||
(4) | Bn = 0,3Yn | Cn = consumptie overige inkomenstrekkers | ||
(5) | C = Cl + Cn | Bn = belasting op overig inkomen | ||
(6) | Y = Yl + Yn | C = totale consumptie | ||
(7) | Yl = 0,75Y | Yn = overig inkomen | ||
(8) | I = 60 | Y = nationaal inkomen | ||
(9) | O = 140 | I = particuliere investeringen | ||
(10) | E = 160 | O = overheidsbestedingen | ||
(11) | M = 0,425Y | E = export goederen en diensten | ||
(12) | EV = C + I + O + E - M | M = import goederen en diensten | ||
(13) | EV = W | EV = effectieve vraag | ||
(14) | Y = W | W = nationaal product | ||
(15) | Av = Y/50 | Av = werkgelegenheid (miljoen arbeidsjaren) | ||
(16) | Aa = 11,5 | Aa = beroepsbevolking (miljoen arbeidsjaren) |