De gemeentelijke overheid beschouwt energie echter als een noodzakelijk goed en daarom verplicht zij het energiebedrijf een zo laag mogelijke verkoopprijs vast te stellen onder voorwaarde van kostendekking.
Leg uit dat deze gemeentelijke overheid bij energie het profijtbeginsel toepast en niet het draagkrachtbeginsel. Betrek in het antwoord beide beginselen.