Background image

terug

Vraag 26

Een econoom stelt voor de komende twee jaar de technologische ontwikkeling in de industrie krachtig te stimuleren en tegelijkertijd de lonen in de industrie te matigen. Zo wil hij de werkloosheid in de industrie bestrijden. De econoom voorspelt dat door het stimuleren van de technologische ontwikkeling de gemiddelde arbeidsproductiveit in de industrie jaarlijks met 4% stijgt. Bij een jaarlijkse loonstijging van 1% zal er een aanzienlijke verlaging van de loonkosten per eenheid product in de industrie worden gerealiseerd. Hoewel een hogere arbeidsproductiviteit ook ten koste kan gaan van werkgelegenheid, voorspelt hij per saldo een werkgelegenheidsgroei in de industrie van 1,5% in het komende jaar en van 2,5% in het daaropvolgende jaar. Daardoor zal de werkloosheid in de industrie dalen. De econoom onderbouwt zijn voorstel met het onderstaande pijlenschema.


In de politiek ontstaat er discussie over het plan. Sommigen denken dat technologische ontwikkeling wordt gestimuleerd door de loonkosten te verlagen, anderen denken juist dat technologische ontwikkeling wordt gestimuleerd door de loonkosten niet te verlagen.
Geef voor beide opvattingen een argument. Laat daarbij zien welk argument bij welke opvatting hoort.