Background image

terug

Vraag 25

Een econoom stelt voor de komende twee jaar de technologische ontwikkeling in de industrie krachtig te stimuleren en tegelijkertijd de lonen in de industrie te matigen. Zo wil hij de werkloosheid in de industrie bestrijden. De econoom voorspelt dat door het stimuleren van de technologische ontwikkeling de gemiddelde arbeidsproductiveit in de industrie jaarlijks met 4% stijgt. Bij een jaarlijkse loonstijging van 1% zal er een aanzienlijke verlaging van de loonkosten per eenheid product in de industrie worden gerealiseerd. Hoewel een hogere arbeidsproductiviteit ook ten koste kan gaan van werkgelegenheid, voorspelt hij per saldo een werkgelegenheidsgroei in de industrie van 1,5% in het komende jaar en van 2,5% in het daaropvolgende jaar. Daardoor zal de werkloosheid in de industrie dalen. De econoom onderbouwt zijn voorstel met het onderstaande pijlenschema.


Iedere pijl in het pijlenschema heeft betrekking op een economisch verband.
Zo’n verband geldt echter alleen als wordt uitgegaan van bepaalde veronderstellingen. In de onderstaande tabel staan drie gehanteerde veronderstellingen.

  gehanteerde veronderstelling hoort bij pijl nummer
a bij gelijkblijvende wereldhandel  
b bij gelijkblijvende winstmarges  
c bij gelijkblijvend buitenlands prijspeil