De Europese Unie (EU) beschermt de eigen suikermarkt met invoerheffingen,
een minimumprijs en exportsubsidies. De EU-suikermarkt is daardoor
gescheiden van de wereldsuikermarkt. Hieronder is de situatie op beide markten
weergegeven.
Stel dat op zeker moment in de EU voor suiker een minimumprijs van € 400 per
ton van kracht is. Het daardoor ontstane suikeroverschot wordt op de
wereldmarkt aangeboden. In de figuur van de wereldsuikermarkt is dat al
verwerkt. De EU geeft haar suikerproducenten een subsidie voor het verschil
tussen de wereldmarktprijs en de EU-minimumprijs.
Brazilië stelt dat de EU-protectie nadelig is voor suikerproducenten in Brazilië.
Een econoom reageert met de stelling dat de EU-protectie ook nadelig is voor
de koopkracht van de burger in de EU.
Een politicus pleit ervoor de minimumprijs in de EU los te laten. Wel moet dan
de import van niet-EU-suiker geheel tegengegaan worden met invoerheffingen.
Het een en ander zal leiden tot een stijging van de wereldmarktprijs.
Bepaal aan de hand van de figuren de suikerprijs die op de wereldmarkt ontstaat
als het voorstel van de politicus wordt uitgevoerd.