terug
Vraag 4
Is een baan in het onderwijs nog wel aantrekkelijk? Dat vragen
onderwijsspecialisten zich af naar aanleiding van de resultaten van een
onderzoek naar de werkgelegenheid in het onderwijs. Zo blijkt dat er in 2005
een lerarentekort was van 15.000 arbeidsjaren (tabel 1). De leeftijdsopbouw van
het lerarencorps (tabel 2) geeft reden om te vrezen dat dit lerarentekort de
komende jaren nog zal toenemen.
tabel 1
arbeidsmarkt in het onderwijs in 2005
(arbeidsjaren) |
werkgelegenheid |
330.000 |
werkloosheid |
3.500 |
openstaande vacatures |
18.500 |
tabel 2
werkgelegenheid in het onderwijs in 2005 (arbeidsjaren per leeftijdscategorie) |
leeftijd (in jaren) |
< 25 |
25-29 |
30-34 |
35-39 |
40-44 |
45-49 |
50-54 |
55-59 |
60-64 |
werkgelegenheid
(% van het totaal) |
4 |
10 |
8 |
10 |
16 |
20 |
19 |
11 |
2 |
In 2005 is er in het onderwijs onder andere sprake van kwalitatieve
structuurwerkloosheid.
Op basis van de gegevens in tabel 1 en tabel 2 heeft een onderzoeksbureau
getracht te voorspellen hoe groot het lerarentekort in 2020 kwantitatief zal zijn.
Daarbij hanteerde het bureau de volgende veronderstellingen:
- de huidige leraren blijven tot hun 65ste werkzaam in het onderwijs;
- in arbeidsjaren uitgedrukt zal de werkgelegenheid in het onderwijs in de
periode 2005-2020 in totaal toenemen met 10%;
- in arbeidsjaren uitgedrukt zullen zich ieder jaar 6.000 nieuwe leraren melden
voor een baan in het onderwijs.
Het onderzoeksbureau voorspelt in 2020 een lerarentekort van ruim 63.000
arbeidsjaren.
Sommige onderwijsspecialisten zijn sceptisch over de derde veronderstelling. Zij
verwachten het komende decennium een sterke groei van het bedrijfsleven en
denken dat daardoor het lerarentekort groter zal worden dan voorspeld. Anderen
zijn optimistischer en denken dat economische groei de overheid mogelijkheden
zal bieden meer belangstelling te creëren voor een baan in het onderwijs.
Leg uit dat door een sterke groei van het bedrijfsleven het lerarentekort groter
kan worden dan voorspeld.