In de bijlage zijn de letters die de verschillende nucleotiden voorstellen in het mRNA
en de DNA-streng weggelaten.
In de uitwerkbijlage is dit schema opgenomen.
- Noteer in het schema in de uitwerkbijlage twaalf mogelijke letters van de nucleotiden in
de afgebeelde mRNA-streng en in de afgebeelde DNA-streng.
- Geef tevens aan wat de 3’kant en de 5’kant is bij het mRNA en de DNA-streng.