Background image

terug

Vraag 17

De glucosemoleculen (zie bijlage "Resorptie van glucose") bewegen door het celmembraan naar het cytoplasma van de darmepitheelcel (1), door het cytoplasma van de epitheelcel naar de andere zijde van de cel (2), door het celmembraan naar de extracellulaire vloeistof (3), en –na opname in het bloed– via het bloed naar bijvoorbeeld de lever (4).
Geef de namen van de transportprocessen die hierbij een rol spelen: zet de nummers 1 tot en met 4 onder elkaar en schrijf erachter de naam van het desbetreffende transportproces.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Resorptie van glucose