Examentrainers

Een man wil gaan snorkelen. Daarvoor gebruikt hij een zwembril en een snorkel (zie onderstaande afbeelding).



Voor hij gaat snorkelen, worden verschillende gegevens van zijn ademhaling bepaald.
Zijn ademvolume is 500 mL en de dode ruimte bedraagt 150 mL. De frequentie van zijn ademhaling is 25 per minuut.
In bijlage "Samenstelling lucht" is de samenstelling van de door de man ingeademde en uitgeademde lucht weergegeven.

Bereken hoeveel liter zuurstof per uur in het bloed van de man terechtkomt, als hij - voordat hij gaat snorkelen - ademt volgens bovenstaande gegevens.
Rond je uitkomst af op hele liters.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Samenstelling lucht
Bijlage: Ademvolume