terug
Vraag 9
Lees eerst bijlage "Eendaghaantjes III"
Bij hennen die alle met sperma van één haan geïnsemineerd zijn, worden de
volgende afwijkende fenotypen waargenomen:
- hennen met een verlaagd percentage eieren dat uitkomt;
- hennen met een extra hoog percentage eieren dat uitkomt;
- hennen met alleen of vooral vrouwelijke nakomelingen;
- hennen met relatief weinig of geen vrouwelijke nakomelingen.
Bij welke van deze groepen hennen kan het afwijkende fenotype een gevolg zijn
van de hierboven beschreven verkeerde spiralisatie van het Z-chromosoom in
de primaire oöcyt?