Uit nader onderzoek bleek dat er twee genen, G en R, elk op een eigen locus
van het X-chromosoom, bij het kleurenzien betrokken zijn. Het mutantgen g leidt
tot groenblindheid en het mutantgen r tot roodblindheid.
Bij jongens zijn er met betrekking tot deze genen vier verschillende genotypen
mogelijk, waarvan drie een vorm van kleurenblindheid tot gevolg hebben.
Hoeveel verschillende genotypen met betrekking tot deze genen zijn er mogelijk
bij meisjes en hoeveel van die genotypen leiden tot een vorm van
kleurenblindheid?