Background image

terug

Vraag 33

Een reis door Marokko

Onderstaande tekst is vrij naar een reisbeschrijving in 'De Schakel' van week 36 in 1997. (De Schakel is een huis-aan-huisblad dat in de Hoeksche Waard wordt verspreid.)

Enkele tekstfragmenten zijn met de letters A, B, C en D aangegeven. Deze tekstfragmenten hebben betrekking op verschillende gebieden in Marokko.
Tijdens de reis, zoals in het artikel beschreven, worden achtereenvolgens de gebieden A, B, C en D bezocht.
A De eerste dag rijden we door een weinig inspirerend landschap met veel kale hellingen waarop boeren hun land bewerken op dezelfde manier als duizend jaar geleden.
B Het doet vreemd aan om na alle droogte tussen de ceders te rijden. Het heeft niet veel weg van het Marokko dat we van de plaatjes kennen. Het dorpje Ifrane lijkt vooral op een Alpendorpje en het blijkt dan ook een wintersportplaats te zijn.
C Na Ifrane begint weer het stoffige Marokko. De route naar Erfoud voert door een landschap met prachtige palmoases en dorpjes met huizen van aangestampte leem. Het wordt steeds warmer, droger en vlakker.
D Als we op weg gaan naar de 'gorges du Todra' laten we de kale vlakten en het zand achter ons. De 'gorges du Todra' is een lange diepe kloof met daarin een kabbelend watertje.



Marokko



vrij naar: De Grote Bosatlas, 51e druk, 1997

Schrijf de letters A, B en D onder elkaar op je antwoordblad en zet er de naam achter van het gebied waar de tekst betrekking op heeft. Je mag elke naam maar één keer gebruiken.
Kies hierbij uit:

  • Hoge Atlas
  • Midden Atlas
  • Rif
  • Tafilalt.