Zeeland
bron: De Pater, B.C., Nederland in delen, deel 1, 1989
De letters A, B en C hebben elk betrekking op een apart gebied/deel van de legenda van
bovenstaande kaart.
Deze gebieden liggen op verschillende hoogte ten opzichte van het NAP.
Geef aan welke letter bij de hoogste en welke letter bij de laagste ligging ten opzichte van het NAP hoort.