Maak in je verklaring gebruik van informatie op kaart 44A (51e druk: 40A).
Welk agrarisch bodemgebruik komt meestal voor in gebieden met een grondsoort als in gebied B?
Geef daarvoor de verklaring. Betrek in je verklaring een belangrijke eigenschap van de grondsoort en het gevolg daarvan voor het agrarisch bodemgebruik.