A: Noem het COROP-gebied op kaart 1 waarvan het huwelijksvruchtbaarheidscijfer in de
periode 1959/1961-1998 het minst veranderd is ten opzichte van het nationale gemiddelde.
Kies uit:
C - Kop van Noord-Holland
D - Noord-Friesland
E - Noord-Overijssel
F - Achterhoek
G - Noord-Limburg
B: Beargumenteer je keuze.