Background image

terug

Wie betaalt het hoger onderwijs?

Wie betaalt het hoger onderwijs?
Uit onderzoek blijkt dat tachtig procent van de uitgaven van de overheid voor hoger onderwijs ten goede komt aan de vijftig procent van de bevolking met de hoogste inkomens. Waarom volgen getalenteerde kinderen uit huishoudens met een laag inkomen minder vaak een studie dan kinderen met dezelfde talenten uit meer welvarende huishoudens? Welke drempels heeft het hoger onderwijs voor kinderen van ouders met een laag inkomen? Een belangrijke drempel is de wijze waarop op dit moment in Nederland het studeren wordt gefinancierd.

Het huidige systeem
De overheid betaalt het grootste deel van de studiekosten. Ook voor de kosten van het levensonderhoud kunnen studenten een beroep doen op de overheid. Iedere student krijgt een basisbeurs van de overheid. Daarnaast verstrekt de overheid studerende kinderen van ouders met een laag inkomen een aanvullende studiebeurs. Iedere student moet collegegeld betalen. Ouders met een hoog inkomen worden geacht mee te betalen aan de studiekosten en het levensonderhoud van hun studerende kinderen. Verder kan iedere student bij de overheid een lening afsluiten. Studenten met ouders met een laag inkomen maken hiervan naar verhouding veel gebruik. Veel studenten nemen een bijbaantje om te voorkomen dat er door deze leningen een grote studieschuld ontstaat.

Een alternatief
Een alternatief voor het huidige systeem is het invoeren van een academicusbelasting voor het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo). In grote lijnen ziet een systeem met een academicusbelasting er als volgt uit. Studenten hoeven geen collegegeld te betalen en krijgen een OV-jaarkaart en een studiebeurs om in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Ex-studenten, afgestudeerd of niet, betalen gedurende hun werkzame leven een vast percentage van hun inkomen terug aan de overheid. Ex-studenten met een hoog inkomen betalen zo jaarlijks een groter bedrag terug dan ex-studenten met een laag inkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat als de academicusbelasting op 6% van het inkomen van ex-studenten wordt vastgesteld, de overheid alle uitgaven voor het hoger onderwijs terugontvangt.

In een reactie in de krant noemt een journalist twee nadelen van het systeem met een academicusbelasting:
1 Sommige studenten zullen ten onrechte voordeel hebben van dit systeem. Studenten die niet serieus studeren en hun studie niet afmaken, krijgen gratis onderwijs maar zullen later meestal niet veel verdienen en betalen daardoor jaarlijks weinig academicusbelasting.
2 Bij ex-studenten kan een drang ontstaan naar het buitenland te vertrekken om de academicusbelasting in Nederland te ontvluchten.