terug
Melkpakken vullen
Melkpakken vullen
In een zuivelfabriek worden literpakken melk gevuld.
Op een zekere dag wordt van alle pakken melk die het eerste kwartier worden
geproduceerd de inhoud bepaald. De gegevens van deze metingen staan in
onderstaande frequentietabel.
inhoud (ml) |
aantal pakken |
980- 985 |
1 |
985- 990 |
12 |
990- 995 |
43 |
995-1000 |
125 |
1000-1005 |
234 |
1005-1010 |
92 |
1010-1015 |
35 |
1015-1020 |
8 |
totaal |
550 |
Het bedrijf gebruikt ook een andere vulmachine.Van deze vulmachine is bekend dat
het de pakken vult met gemiddeld 1005 ml. De inhoud van deze pakken is normaal
verdeeld met een standaardafwijking van 8 ml.
Nieuwe richtlijnen schrijven voor dat maximaal 2% van de pakken minder dan een
liter melk mag bevatten. Het gemiddelde van de machine is in te stellen in stappen
van 1 ml, de standaardafwijking blijft bij elke instelling 8 ml.
We gaan er bij de volgende vragen van uit dat bij een juist afgestelde machine de kans
dat een pak minder dan een liter melk bevat 0,02 is.
Elke dag wordt er een steekproef van 10 pakken melk uit de productie van zo’n
machine genomen om de instelling te controleren.
Worden in een steekproef van 10 pakken twee of meer pakken aangetroffen die
minder dan een liter melk bevatten, dan wordt de machine stilgezet, nagekeken en
eventueel opnieuw afgesteld. Is er precies één pak met minder dan een liter melk dan
wordt nog een tweede steekproef van 10 pakken genomen. Zitten er in de twee
steekproeven samen twee of meer pakken met te weinig melk dan wordt de machine
stilgelegd.
De ondernemer wil deze omslachtige manier van testen vereenvoudigen. Hij stelt
voor direct een steekproef van 20 pakken te nemen. Zitten er twee of meer pakken
met minder dan een liter bij dan moet de machine stilgelegd worden.