1 | Koude vingers, tenen en handen zijn er mee op te warmen. Warmers zijn kunststof- | |
2 | zakjes die gevuld zijn met een chemisch mengsel dat warm wordt als er zuurstof bij | |
3 | komt. De buitenkant van het zakje wordt 50 - 60 graden Celsius, zes tot zeven uur | |
4 | achtereen, claimt de fabrikant. In de zakjes zit een mengsel van ijzerpoeder, zout, | |
5 | water, actieve kool, cellulose en vermiculiet, een sponsachtige kleisoort. | |
6 | De warmers zijn vacuüm verpakt, ongeopend blijven ze twee tot drie jaar goed. | |
7 | Wordt de verpakking opengemaakt dan begint het chemische spel. Het pyrofore | |
8 | ijzer reageert onmiddellijk met zuurstof dat door de poriën van het polypropyleen- | |
9 | zakje kruipt. | |
10 | De samenstelling van het mengsel is uitgekiend. Gewoonlijk vormt zich bij het | |
11 | roesten ijzeroxide dat zich in de vorm van een superdun laagje op de buitenkant | |
12 | van de ijzerdeeltjes afzet. Na verloop van tijd kan de zuurstof het ijzer dan niet | |
13 | meer bereiken en zet de reactie zichzelf stil. Zout - althans het chloride daarin - | |
14 | voorkomt de vorming van zo'n huidje, waardoor de warmteproducerende reactie | |
15 | gewoon doorgaat. De actieve kool verdeelt de warmte, vermiculiet houdt de warmte | |
16 | vast en cellulose dient als vulstof. |