1 | Vanuit Bergambacht wordt voorgezuiverd water naar de duinen tussen Monster en | |
2 | Katwijk getransporteerd. De duinpassage filtert ongewenste micro-organismen uit | |
3 | het water. Na de duinpassage wordt het water teruggewonnen. Het duinwater wordt | |
4 | als bron voor de productie van drinkwater gebruikt. Door toevoeging van actieve | |
5 | poederkool verbetert de smaak van het water en worden schadelijke stoffen die | |
6 | mogelijk nog in het water voorkomen, gebonden. Vervolgens gaat het te zuiveren | |
7 | water naar de filters. Eerst stroomt het water over cascades (watervallen), waardoor | |
8 | het water wordt verrijkt met zuurstof. Daardoor oxideren ijzer en mangaan. De | |
9 | ontstane oxiden en het eerder toegevoegde poederkool worden met zandfilters | |
10 | verwijderd. | |
11 | Na de passage van de zandfilters is de hardheid van het water ongeveer 13,4 DH. | |
12 | Aan dit harde water wordt in een reactor een hoeveelheid natronloog toegevoegd. | |
13 | De hydroxide-ionen reageren dan met waterstofcarbonaationen waarbij onder | |
14 | andere carbonaationen ontstaan. De carbonaationen slaan vervolgens neer met de | |
15 | calciumionen. Daardoor ontstaat calciumcarbonaat, dat zich afzet op kleine | |
16 | zandkorreltjes. Wanneer het water de reactor verlaat, heeft het een hardheid van | |
17 | 8,5 DH (= 1,5 mmol/L). Zonodig wordt nog een kleine hoeveelheid chloor aan het | |
18 | water toegevoegd. |