Background image

terug

Opsporingspercentage

De Duitse politie lost verhoudingsgewijs driemaal zoveel misdrijven op als de Nederlandse, ontdekten de hoogleraren Tak en Fiselier een jaar geleden. Oplossingspercentages zeggen echter lang niet alles over de inspanningen en successen van de politie. Dat is ook de conclusie van Caroline Liedenbaum na een vergelijkend onderzoek tussen Munster en Utrecht, steden die qua inwoneraantal en aantal agenten vergelijkbaar zijn.
Utrecht kampt wel met een beduidend hogere criminaliteit. Neem het aantal autokraken. In 2002 ruim 19000 tegenover 2100 in Munster. Een misdrijf dat bovendien niet eenvoudig is op te lossen en daarmee wordt meteen al duidelijk waarom er geen harde conclusies mogen worden getrokken uit het naast elkaar leggen van Duitse en Nederlandse opsporingscijfers.
?Een misdrijf dat in Utrecht veel vaker voorkomt dan in Munster en waarvan de dader ook nog moeilijk is op te sporen, zoals bij autokraken, heeft een sterk negatief effect op het aantal opgeloste misdrijven en verbloemt de successen. Het is daarom belangrijk de oorzaken te weten van het grote verschil?, zo stelt Liedenbaum.
Zij bespeurde een duidelijk verschil in werkwijze aan weerskanten van de grens. Een belangrijk verschil is dat de Duitsers een hogere prioriteit geven aan recherchewerk. Een beduidend groter deel van de agenten is fulltime bezig met recherche. In Munster zijn twee keer zoveel rechercheurs, en de Utrechtse rechercheurs zijn daarbij ook nog verplicht een deel van hun tijd te besteden aan surveillance en noodhulp. Liedenbaum: ?Dat vinden ze zelf prima, omdat het hun werk afwisselend maakt, maar het heeft wel een nadelig effect op de opsporing. Met hetzelfde aantal agenten slaagt de politie in Munster erin procentueel twee keer zoveel misdrijven op te lossen.?
De Nederlandse politie is onderbezet vergeleken met die van Duitsland. Zij stuurt onder druk van maatschappij en politiek meer blauw op straat om iets te doen aan het gevoel van onveiligheid dat veel burgers hebben. Dat leidt tot meer zaken op het bureau van de rechercheur. De toch al onderbezette recherche kan het aantal zaken niet meer aan. Dat heeft gevolgen voor het opsporingsonderzoek. De onveiligheid op straat neemt daardoor niet af. Het is een vicieuze cirkel.


naar: Marjon Bolwijn, de Volkskrant, 23 mei 2003