Background image

terug

De teloorgang van sociaal kapitaal

De teloorgang van sociaal kapitaal

11     Aangemoedigd door de actiegroep 'TV-free America' keken vier miljoen
2 Amerikanen eind april 1997 een week lang geen televisie. Met deze 'tv-turnoff-week'
3 vroegen zij aandacht voor de dominante rol die dit toestel in hun leven speelt.
4 Amerikanen kijken gemiddeld zo'n vier uur per dag, zodat zij rond hun vijfenzestigste
5 maar liefst negen jaar voor de buis hebben doorgebracht. Ook hun kinderen besteden er
6 jaarlijks rond de 1500 uur aan, beduidend meer dan het aantal uren dat ze in de
7 schoolbankjes zitten.
28     In de ogen van 'TV-free America' is tv-kijken niet alleen een weinig creatieve
9 bezigheid, maar tast het tevens de gemeenschapszin en het maatschappelijk engagement
10 aan. De actievoerders weten zich in deze opvatting gesteund door het werk van de
11 politicoloog Robert Putnam, die als hoogleraar verbonden is aan de Harvard Universiteit.
12 In een aantal opzienbarende artikelen uit 1995 betoogt hij dat de opmars van de televisie
13 een bedreiging vormt voor het sociaal kapitaal van Amerika.
314     Dankzij het werk van Putnam duikt het begrip sociaal kapitaal opeens op in allerlei
15 sociaal-wetenschappelijke studies. "De term sociaal kapitaal heeft zich inderdaad in korte
16 tijd tot een juichbegrip ontwikkeld", zegt Paul Dekker, die bij het Sociaal en Cultureel
17 Planbureau onderzoek doet naar de maatschappelijke betrokkenheid van burgers.
18 "Putnam is niet de eerste die het begrip gebruikt. In de sociologie past men het al zo'n jaar
19 of twintig toe. Daar verwijst sociaal kapitaal naar de relaties die iemand onderhoudt om
20 deze te gebruiken bij het vinden van een baan, bij het ontwikkelen van een
21 maatschappelijke carrière of zelfs bij het vinden van een geschikte huwelijkskandidaat."
422     "Putnam gebruikt het begrip sociaal kapitaal op een ietwat andere manier", zo
23 vervolgt Dekker. "In Putnams theorie staat het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben
24 centraal. Hij onderzoekt de mechanismen die dat vertrouwen opwekken en in stand
25 houden. Putnam is vooral geïnteresseerd in de maatschappelijke effecten van relaties die
26 mensen in eerste instantie met geen ander doel aangaan dan om op een aangename wijze
27 met anderen de vrije tijd te passeren, of relaties die gebaseerd zijn op gemeenschapszin.
28 Hoe sterker mensen met elkaar verbonden zijn of raken, hoe meer ze elkaar vertrouwen
29 of gaan vertrouwen."
530     In een wereld waarin mensen elkaar vertrouwen, is men sneller geneigd om elkaar
31 de helpende hand te bieden. Op die manier vormt sociaal kapitaal een belangrijk
32 smeermiddel voor de maatschappij. Boeren die elkaar helpen bij het binnenhalen van de
33 oogst vormen het klassieke voorbeeld van de werking van sociaal kapitaal. De ene boer
34 helpt de andere boer, in de wetenschap dat hij op zijn beurt geholpen zal worden als het
35 koren op zijn land geoogst moet worden. Beiden zijn op deze manier beter af.
636     Sociaal kapitaal is voor het functioneren van een samenleving eigenlijk net zo
37 belangrijk als fysiek kapitaal (geld en grondstoffen) en menselijk kapitaal (het
38 opleidingsniveau van de bevolking). Net als die twee andere vormen van kapitaal ontstaat
39 sociaal kapitaal niet vanzelf, maar men moet erin investeren om het te creëren en in stand
40 te houden. Daarom is het belangrijk te weten waar het vandaan komt.
741     Putnam ondervond het belang van sociaal kapitaal toen hij onderzoek deed naar het
42 functioneren van verschillende regio's in Italië. De Italiaanse overheid hevelde begin jaren
43 zeventig een groot aantal bevoegdheden over naar nieuw ingestelde regionale regeringen.
44 Deze maatregel vormde een unieke kans om te kijken hoe de nieuwe regio's het eraf
45 zouden brengen in de verschillende delen van Italië. Putnam onderzocht het effect van
46 deze hervormingen over een periode van zo'n twintig jaar. Hij interviewde burgers en
47 politici en hield de politieke ontwikkelingen in de gaten. Tot zijn verrassing ontdekte hij
48 dat de regeringen in de noordelijke regio's tot veel betere prestaties kwamen dan de
49 regeringen in het zuiden - bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, woningbouw en
50 volksgezondheid.
851     Uit de resultaten van zijn enquêtes kon Putnam afleiden dat in de noordelijke
52 regio's de burgers een veel groter vertrouwen in elkaar hadden dan in het zuiden. Dit
53 wederzijdse vertrouwen weerspiegelde zich in een groter vertrouwen in het politieke
54 systeem. Beide zaken vormden volgens Putnam een belangrijke verklaring voor het goed
55 functioneren van de politiek in het noorden.
956     Het noorden had het hoge niveau van wederzijds vertrouwen volgens Putnam te
57 danken aan het daar zo goed ontwikkelde verenigingsleven. "In Italië is een goede
58 overheid een bijproduct van zangverenigingen en voetbalclubs", concludeerde hij in zijn in
59 1993 verschenen boek Making democracy work. Verenigingen zijn volgens Putnam zo
60 belangrijk, omdat ze belangrijke ontmoetingsplaatsen voor mensen zijn. Sociologen
61 spreken in dit verband over meeting en mating, elkaar ontmoeten en maatjes worden.
62 Verenigingen fungeren zo als een belangrijke kweekvijver voor sociaal kapitaal.
1063     Henk Flap, verbonden aan de vakgroep sociologie van de Universiteit van Utrecht,
64 vindt dat Putnam te veel positieve effecten toedicht aan sociaal kapitaal. "Neem
65 bijvoorbeeld sekten en terroristische groeperingen. Die kenmerken zich door enorm
66 sterke vertrouwensbanden tussen de leden. In dat opzicht is er sprake van een grote
67 hoeveelheid sociaal kapitaal. Maar als zulke groeperingen het slecht met de wereld voor
68 hebben, dan kunnen zij het politieke systeem behoorlijk in de wielen rijden."
1169     Na zijn Italiaanse studie nam Putnam in 1995 het Amerikaanse verenigingsleven
70 onder de loep. Hij ontdekte dat de betrokkenheid van Amerikanen bij hun verenigingen
71 gekelderd is. In de afgelopen twintig jaar is het aantal lidmaatschappen met zo'n 25 tot 50
72 procent gedaald - of het nu gaat om veteranenorganisaties, vakbonden, studentendisputen
73 of sportverenigingen. Met de resultaten van zijn Italiaanse studie in het achterhoofd luidde
74 hij dan ook de noodklok.
1275     Putnam ontdekte enkele trends die parallel lopen met het afnemend aantal
76 verenigingslidmaatschappen. In de periode van 1960 tot 1993 daalde het percentage
77 Amerikanen dat zegt dat "je de meeste mensen kunt vertrouwen" van 58 tot 37 procent. In
78 diezelfde periode steeg het percentage Amerikanen dat zegt dat ze de regering in
79 Washington "soms" of "bijna nooit" vertrouwen van 30 naar 75 procent. Tegelijkertijd
80 heeft het tv-kijken zich in rap tempo tot de belangrijkste vrijetijdsbesteding ontwikkeld.
81 Door de opmars van de televisie hebben Amerikanen steeds minder tijd om elkaar te
82 ontmoeten en wederzijds vertrouwen op te bouwen. Daarom stelt Putnam de televisie
83 verantwoordelijk voor "de wonderlijke verdwijning van Amerika's sociaal kapitaal".
1384     Joep de Hart, ook werkzaam bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, geeft zich niet
85 zomaar gewonnen voor deze verklaring: "Putnam zet verschillende trends, zoals het
86 ontstaan van een televisiegeneratie en het teruglopen van allerlei vormen van
87 maatschappelijk engagement, naast elkaar." Volgens De Hart echter mag je tussen
88 gelijktijdige trends niet zonder meer een causaal verband zien; hij betwijfelt of de televisie
89 de daadwerkelijke oorzaak is van het teruglopend aantal lidmaatschappen. "Er zijn in de
90 jaren vijftig studies geweest in Engeland en Australië naar aanleiding van de opkomst van
91 de tv. Men concludeerde toen dat er aanvankelijk een terugval in maatschappelijk
92 engagement was, maar dat het sociale leven zich later herstelde."
1493     Bij het Sociaal en Cultureel Planbureau doen Dekker en De Hart nu voorzichtige
94 pogingen om Putnams beweringen te toetsen voor Nederland. Anders dan Putnam kijken
95 zij niet naar het aantal verenigingslidmaatschappen, maar naar de manier waarop mensen
96 hun vrije tijd besteden. De analyses van Dekker en De Hart laten zien dat er weliswaar
97 belangrijke verschuivingen in de tijdsbesteding hebben plaatsgevonden, maar dat de
98 kweekvijvers van sociaal kapitaal nog lang niet zijn opgedroogd. De Hart: "Activiteiten
99 zoals vrijwilligerswerk en het opzoeken van vrienden, hebben veel minder last gehad van
100 de opkomst van de televisie dan bijvoorbeeld het lezen."
15101     Dekker en De Hart vinden dat de televisie te snel de zwartepiet toegespeeld krijgt.
102 "De effecten van televisie zijn tamelijk dubbelzinnig", zegt De Hart. "Onze gegevens laten
103 zien dat interacties binnen de gezinssfeer inderdaad te lijden hebben gehad van de
104 televisie en dat huisgenoten minder met elkaar praten. Maar aan de andere kant blijkt
105 televisie een prikkel te zijn om het over allerlei dingen te hebben. De pubers bij mij in de
106 straat zoeken elkaar iedere avond op om samen naar 'Goede Tijden, Slechte Tijden' te
107 kijken. Op die manier blijkt uitgerekend de televisie het medium te zijn dat mensen bij
108 elkaar brengt en wederzijds vertrouwen genereert." Dekker vult aan: "Grote collectieve
109 televisie-acties als Eén voor Afrika zijn wellicht belangrijker voor het creëren van
110 maatschappelijk engagement dan de wekelijkse gang naar de biljartavond."
16111     Beide onderzoekers moeten een beetje lachen om die Amerikaanse actie. De Hart:
112 "Als van de 250 miljoen inwoners er vier miljoen een week lang geen tv kijken, heeft dat
113 toch geen enkele betekenis. Natuurlijk is er niets op tegen om een week lang je vrije tijd
114 op een andere manier in te vullen, maar het moge duidelijk zijn dat deze actie niet
115 gebaseerd kan zijn op inzichten die een wetenschappelijk fundament hebben. Putnam zelf
116 is trouwens de eerste die zal toegeven dat het definitieve bewijs voor zijn stelling nog niet
117 geleverd is."
 
     naar: Herman Lelieveldt
     uit: Trouw, 11 juni 1997