Background image

terug

Op de plaats rust!

Op de plaats rust!

11    De Amerikaanse autogigant General Motors heeft met het besluit dit najaar de
2 productie van alle grote modellen Chevrolet, Buick en Cadillac te beëindigen, de auto in
3 één klap van zijn romantiek ontdaan. De fantasie van een onmetelijk Amerikaans
4 landschap met een reiziger die, onafhankelijk van alles en iedereen, naar de plek rijdt waar
5 de weg hem toevallig heenvoert, is onlosmakelijk verbonden met deze glijdende
6 slagschepen. Niet alleen de Amerikaanse film zal zonder deze schommelbakken nooit
7 meer zijn wat hij geweest is, ook het grondwettelijk recht van de Amerikanen op life,
8 liberty and the pursuit of happiness zal het voortaan zonder dit universeel symbool moeten
9 stellen.
210    Wie zich weet los te maken van dit sentiment, zal moeten beamen dat deze
11 ontwikkeling in alle redelijkheid slechts valt toe te juichen. De nuchtere werkelijkheid
12 heeft immers het beeld van de auto als baanbreker voor de vrijheid allang achterhaald. Al
13 sinds enige tijd bestaat de grootste vrijheid van de automobilist uit niet anders dan wat
14 gemanoeuvreer in files op de snelweg, samen met een eindeloze stroom lotgenoten.
315    De evenwel onverminderde populariteit van de auto kan worden verklaard uit het
16 gegeven dat de auto veel eerder een cultureel fenomeen dan een vervoermiddel is. Zoals
17 de Studebaker, de Ford Thunderbird en de Cadillac Sedan de Ville in de jaren vijftig het
18 grondwettelijk recht op de jacht naar geluk symboliseerden, zo drukt de auto in onze tijd
19 het ideaal van onafhankelijkheid uit. "In de constructie van veel moderne gebruiksvoorwerpen
20 is de culturele waarde dat niets uitgaat boven de keuzevrijheid van het
21 individu als het ware ingebakken", zegt publicist Peter Peters in het boek Ontstolen
22 Welvaart (1995). De auto springt eruit als toonbeeld van dit verschijnsel.
423    In een samenleving die een hoge status toekent aan het individu dat autonoom zijn
24 eigen weg zoekt, verbeeldt de auto daadkracht, elan en het vermogen tot snel beslissen.
25 Dat zijn eigenschappen die een ongebonden levensstijl veronderstellen. Zij spreken tot de
26 verbeelding van wie zich in zijn dagelijks bestaan opgesloten voelt, hetgeen een verklaring
27 temeer is voor de populariteit van de auto. Wie auto rijdt, voelt hoe zijn kleine ik een
28 groter zelf wordt en dat maakt hem ervan bewust dat hij tot meer is voorbestemd dan het
29 half-dierlijke bestaan van de voetganger.
530    De cultuurwaarden die de auto vertegenwoordigt, zijn terug te voeren tot
31 maatschappelijke opvattingen uit de Romantiek in de eerste helft van de 19de eeuw. Toen
32 werd de vrije menselijke wil tot basis van alle moraal verheven. Elk mens is uniek en zoekt
33 daarom zijn eigen weg, hij kan van anderen niets leren over goed en kwaad en behoort
34 zich om die reden te onthouden van oordelen over anderen. John Stuart Mill schreef in
35 1859: "Zodra iemand beschikt over een enigszins redelijke hoeveelheid verstand en
36 ervaring, is de manier waarop hij zelf zijn leven inricht de beste, niet omdat dit op zichzelf
37 beschouwd de beste manier zou zijn, maar omdat het zijn eigen manier is." Vandaag de dag
38 zijn automobilisten met hun verkeersgedrag nog steeds een voorbeeld van mensen die het
39 recht in eigen hand nemen, ook als hun persoonlijke vrijheidsdrang anderen schaadt. Zij
40 eigenen zich een verscheidenheid aan rechten toe.
641    Het recht op ruimte is er een van. Nergens heeft de auto zo volledig bezit genomen
42 van de ruimte als in Nederland. Ons land is met een hoeveelheid auto's die het aantal op
43 het hele Afrikaanse continent overtreft, 's werelds koploper in het aantal auto's per
44 vierkante kilometer, een probleem dat elk jaar ernstiger zal worden zolang er meer auto's
45 worden verkocht dan gesloopt. De auto heeft het leeuwendeel van onze leefruimte voor
46 zich opgeëist, niet alleen met zijn omvang, maar wellicht meer nog met zijn lawaai. De
47 meeste mensen leven permanent met het geluid van auto's op de achtergrond.
748    Automobilisten eigenen zich ook het recht toe de gezondheid van mensen aan te
49 tasten met de uitstoot van giftige gassen en kankerverwekkende deeltjes, bossen schade te
50 berokkenen, heidevelden te verzuren en de atmosfeer op te warmen. Voorts behouden zij
51 zich het recht voor de straten onveilig te maken: het aantal dodelijke slachtoffers is
52 jaarlijks gelijk aan het aantal inwoners van een klein dorp, het aantal gewonden is even
53 groot als het inwonertal van een middelgrote stad. In hun overtuiging dat zij gerechtigd
54 zijn zelf hun grens te bepalen, hebben automobilisten collectief de afspraak gemaakt dat
55 zij de maximumsnelheid mogen overschrijden. Wie op de snelweg een verantwoorde
56 snelheid van negentig, honderd kilometer aanhoudt, kan rekenen op een meewarige blik
57 of een agressieve bejegening.
858    De automobilist weigert kortom zijn eigen belang in overeenstemming te brengen
59 met het algemeen belang van een schone en veilige leefomgeving. Van haar kant toont de
60 overheid respect voor dit eigenmachtig optreden door een toegeeflijke houding jegens
61 verkeersovertredingen in te nemen en als vanzelfsprekend, zoals thans in de nieuwe
62 wegenbouwplannen, tegemoet te komen aan de aanhoudende vraag naar meer ruimte.
963    De snelheid van de auto is de essentie van zijn probleem. Hoe sneller een auto rijdt,
64 hoe meer ruimte hij vergt, hoe meer hij vervuilt en hoe meer hij de veiligheid in gevaar
65 brengt. De paradox is dat de snelheid van de auto ook de grootste belemmering voor de
66 oplossing van het probleem vormt. In de moderne samenleving heeft, sinds de industriële
67 revolutie van 'tijd' een economische factor van betekenis maakte, snelheid een hoge status
68 gekregen. De westerse samenleving beleeft sindsdien een permanente versnelling van het
69 leven. Snelheid is kracht, traagheid zwakte. Een druk bestaan levert meer aanzien op dan
70 een ontspannen leven. In het bedrijfsleven kan de manager die snel beslist en om de vijf
71 jaar een overstap maakt naar een nieuwe baan, rekenen op waardering, in tegenstelling tot
72 een collega die levenservaring, bezinning en vakmatige kwaliteiten vooropstelt.
1073    Zelfs het woord vooruitgang impliceert beweging. Hans Achterhuis, filosoof aan de
74 technische universiteit in Twente, stelt vast dat in de eeuw van de grote uitvindingen, direct
75 na de Middeleeuwen, alles in beweging is gekomen. Beweging is het kenmerk van de
76 radicale overgang van de Middeleeuwen naar de moderne tijd. Tegenover de rust als het
77 ideaal van een afgelopen tijdperk, signaleren de filosofen van die tijd de
78 alomtegenwoordigheid van de beweging als principe van de tijd die zij verwelkomen.
79 Volgens één van hen, Thomas Hobbes (1588-1679), schuilt geluk in een onophoudelijk
80 voortgaan van de begeerte. En geeft mobiliteit macht. Hoe mobieler, hoe machtiger. Hoe
81 sneller, hoe imponerender.
1182    Een werkelijk effectief beleid ter ontmoediging van het autogebruik vereist dat de
83 overheid zich verdiept in de culturele waarden waarmee de auto wordt vereenzelvigd. Een
84 verkeersbeleid dat snelheid terugdringt ten gunste van maatschappelijke ontspanning,
85 vereist een omwenteling in de maatschappelijke en politieke cultuur die in de loop der
86 eeuwen is gevormd. Nu zijn nog heel wat politieke partijen in de greep van de romantiek
87 van de auto. De idee-fixe van de filebestrijding is terug te voeren op het beeld van de vrije
88 automobilist, wiens onbelemmerde doorgang overal waar hij gaat, verzekerd moet zijn.
89 Het stug volgehouden streven, tegen beter weten in, om de Nederlandse wegen filevrij te
90 maken, brengt de overheid tot de keuze voor uitbreiding van het wegennet. Daarmee doet
91 zij haar geloofwaardigheid geweld aan, want aan de andere kant probeert zij ook de
92 noodzaak van een beperkter gebruik van de auto uit te dragen.
1293    De tweeslachtige houding van overheid en politieke partijen zou plaats moeten
94 maken voor een ondubbelzinnig beleid waarin een eerlijker verdeling van de vrijheid
95 centraal staat. Meer ruimte en stilte, een grotere leefbaarheid in dorpen en steden, minder
96 stress, lawaai, vervuiling, verspilling en onveiligheid zouden daarbij de speerpunten
97 moeten zijn. Het is de hoogste tijd voor een 'cultuur van de vertraging'.
naar: een artikel van Marcel ten Hooven
uit: Trouw, augustus 1996