Background image

terug

Een nieuwe eeuw, nieuwe verhoudingen?

Een nieuwe eeuw, nieuwe verhoudingen? Nederland 1880-1919: op het breukvlak van twee eeuwen

Delen van het vraaggesprek met Poppe Corzaan, 25 jaar, (voormalig) fabrieksarbeider te Sappemeer, 1887. Het vraaggesprek maakte deel uit van de parlementaire enquête

1 (Vraag) : Zijt gij niet van de papierfabriek afgeraakt bij gelegenheid van de werkstaking
2 die daar verleden jaar heeft plaats gehad? Kunt gij ons ook vertellen wat aan die
3 werkstaking is voorafgegaan?
4 (Antwoord) : Vooraf moet ik zeggen dat het niet waar is dat ik met de werkstaking van
5 de fabriek gekomen ben ; ik zou kunnen bewijzen dat ik reeds plusminus zes maanden
6 vóórdat de werkstaking is uitgebroken, ben heengegaan.
7 (Vraag) : Wij wensen slechts te vernemen wat er voorgevallen is. Is er niet een verzoek
8 gedaan om vrijstelling van de zondagnachtarbeid?
9 (Antwoord) : Ja, ik heb een verzoekschrift aan de heer Scholten¹ gesteld, waarvan ik het
10 afschrift niet meer heb kunnen vinden, maar dat inhield: het beleefde verzoek om vrijdom
11 van arbeid te krijgen van zondagsavonds zes uur tot 's maandagsochtends zes uur . Door het
12 langdurig werken 's nachts gingen de arbeiders natuurlijk dadelijk slapen en om zes uur
13 's avonds moest er weer gewerkt worden zodat men gedurende de zondag niets aan het
14 huisgezin had, want men deed niets dan slapen en werken.
15 (Vraag): Wat heeft de heer Scholten op het verzoek geantwoord?
16 (Antwoord): Ik heb het adres² geschreven op verzoek van enkele werklieden. Ik had
17 geen bezwaar om het adres te schrijven omdat het billijk was. Het werd door 65 arbeiders
18 ondertekend. Het adres werd opgezonden en wij kregen een antwoord. De opzichter
19 Jongman zei dat ons verzoek vooralsnog niet ingewilligd kon worden omdat er te veel werk
20 was. De heer Scholten had onlangs zelfs nog f 600,- schadevergoeding moeten betalen voor
21 te late oplevering van papier. Later als de nieuwe papiermachine in werking zou zijn, zou
22 men bovendien nog wel een dag in de week behalve de zondag vrij kunnen geven. Ik
23 vermoed dat dit doelde op overproductie. De opzichter Jongman verzocht nogmaals de
24 ondertekenaars door hun handtekening te verklaren wie al dan niet met dit antwoord van de
25 heer Scholten genoegen namen. Ik heb toen een tweede stuk opgesteld. Dit stuk werd
26 getekend door 45 arbeiders. Ik heb in dit tweede stuk geschreven dat het ons onbegrijpelijk
27 voorkwam dat de heer Scholten f 600,- schadevergoeding had moeten betalen, daar de
28 fabriek goed liep en er geen defect aan was. De heer Scholten wist , meenden wij, goed wat
29 hij leveren kon. Toen dat tweede geschrift ingezonden was, liet de opzichter Jongman het in
30 het honderd lopen. Ik geloof niet dat het stuk reeds aan de heer Scholten kon zijn
31 opgezonden. De opzichter liet de beide ploegen op het kantoor komen en begon daar te
32 donderen. Hij zei dat wie genoegen nam met de voorwaarden van de fabriek konden blijven,
33 maar dat de anderen de poort uit moesten. Hij voegde daarbij: 'Jelui wordt sekuur allemaal
34 brodeloos.' Toen vielen zij allemaal.
35 (Vraag) : Dus allen namen toen genoegen met de voorwaarden van de heer Scholten ?
36 (Antwoord): Ja, maar ik kreeg mijn ontslag omdat ik het verzoekschrift geschreven had
ontleend aan : Enquête 1887, Groninger Veenkoloniën, Zitting woensdag 10 september 1890; in: 1. Giele, Arbeidersleven in Nederland 1850-1914, Nijmegen 1979, pag. 145-146

noot 1 de fabrikant
noot 2 verzoekschrift