Background image

terug

Arbeidsinspecteur Leonard Horner

Uit een rapport van arbeidsinspecteur Leonard Horner uit 1837. In dit rapport geeft hij vier jaar na het ingaan van de wet zijn mening over de gevolgen van de Factory Act van 1833

1 De laatste drie maanden zie ik zeker een verbetering. De felle weerstand van een groot deel
2 van de aanzienlijkste fabriekseigenaren tegen de Factory Act is grotendeels weggeëbd.
3 Door wat ik heb gezien, en door wat ik van de fabrikanten en hun arbeiders heb gehoord, is
4 mijn overtuiging toegenomen dat het nodig en terecht is, dat de overheid zich bemoeit met
5 de bescherming van kinderen die in fabrieken werken. In het laatste halfjaar in mijn district
6 zijn nogal wat fabrikanten veroordeeld. Dit bewijst natuurlijk maar al te duidelijk dat er nog
7 steeds veel fabrikanten zijn, die blijkbaar onverschillig staan tegenover de
8 gezondheidstoestand en het morele welzijn van de kinderen die bij hen werken. Maar dat
9 wreedheid en onderdrukking heel gewoon zijn en vaker voorkomen bij fabrikanten dan bij
10 andere klassen, dat moet toch echt worden ontkend. Integendeel, ik ken geen andere mensen
11 die zich zoveel moeite en financiële offers hebben getroost voor het welzijn van hun
12 werknemers. Dat kan ik bewijzen met de vele waarnemingen die ik heb gedaan. Ik zou
13 willen dat degenen die zo kritiekloos al die verhalen over de ellende van de
14 fabrieksarbeiders geloven, eens zelf in die fabrieken gingen kijken. Ze zouden zien hoezeer
15 ze zich vergissen. De verklaringen over de ongezonde werkomstandigheden in de fabrieken
16 zijn zwaar overdreven omdat enkele slechte voorbeelden ten onrechte worden beschouwd
17 als representatief voor de algemene toestand.
18 Het fabriekswezen bleef in gebreke voor zover het kinderen liet werken van onder de twaalf
19 jaar, want daardoor was het kwaad niet te vermijden van een systeem dat kinderen beroofde
20 van frisse lucht en oefening en dat het onmogelijk maakte dat zij goed onderwijs kregen.