In 1860 namen drie grote Twentse ondernemers in Oldenzaal het initiatief tot de bouw van een grote stoomspinnerij. In haar jaarverslag schreef de Twentse Kamer van Koophandel
1 | Al geruime tijd heeft het denkbeeld in Twente wortel geschoten, dat het voor de uitbreiding | |
2 | en instandhouding van de katoenindustrie nodig was meerdere spinnerijen te bouwen. Dat | |
3 | denkbeeld werd sterker naarmate het aantal stoomweverijen toenam. Deze betrokken hun | |
4 | garens als grondstof uit Engeland en het gevaar daarvan viel zelfs iedere oppervlakkige | |
5 | waarnemer op. Ook de stijgende prijzen konden niet ontkend worden, evenmin als het feit | |
6 | dat men met de stoffen, gemaakt van die duurdere garens, in Nederlands-Indië opnieuw met | |
7 | de Engelse leveranciers moest concurreren. |