Background image

terug

The Machine Stops

Ze zag het beeld van haar zoon, die aan de andere kant van de aarde leefde, en hij zag haar. “Wat is er lieve jongen?” […] “We hebben elkaar al zo lang niet meer gezien.” “Maar we zien elkaar nu toch!” riep ze uit. “Wat wil je nog meer?”[…] “Ik zie iets wat op je lijkt, maar jou zie ik niet. Ik hoor iets wat op je lijkt door deze telefoon, maar jou hoor ik niet.” De ongrijpbare blos, door een in diskrediet geraakte filosofie ooit verklaard tot de feitelijke kern van het gesprek, werd door de Machine genegeerd.

bron: E.M. Forster, The Machine Stops, in: The New Collected Stories