De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kondigt eind 2000 in de Tweede Kamer
maatregelen aan om het beroep op de bijstand terug te dringen. Zo wil hij een
sollicitatieplicht opleggen aan mensen met een bijstandsuitkering die zonder veel
bijscholing aan de slag kunnen. „Want”, zo betoogt hij in een journaaluitzending,
„bedrijven schreeuwen om personeel en toch leven ruim 400.000 mensen in Nederland van
een bijstandsuitkering.” De minister vindt het van belang dat ook alleenstaande ouders met
een bijstandsuitkering een band met de arbeidsmarkt houden. Als mensen lang zonder werk
zitten, is de kans groot dat zij ook in de komende jaren op de bijstand aangewezen blijven.
Het kabinet stelt voor dat alleenstaande ouders worden verplicht minstens 24 uur per week
betaalde arbeid te verrichten. De minister geeft tenslotte aan dat hij bereid is rekening te
houden met persoonlijke omstandigheden van uitkeringsgerechtigden, omdat „veel
bijstandsmoeders met kinderen jonger dan 5 jaar onmogelijk hun zorgplicht met een baan
kunnen combineren.”
Dit standpunt van de minister lokte in de media veel discussie uit. Gert, leerling uit 5 havo,
vindt dat de gunstige gevolgen van de aangekondigde sollicitatieplicht in deze discussie
onderbelicht blijven. Gert stuurt daarom een ingezonden brief naar een landelijk dagblad.
De brief van Gert begint als volgt:
„Geachte redactie,
Bij de vraag of er een sollicitatieplicht voor mensen met een bijstandsuitkering moet
worden opgelegd, speelt een groot aantal aspecten een rol. Ik vind dat tegenstanders van
een sollicitatieplicht goede argumenten hebben. Zo vraag ik me af, of de overheid
alleenstaande ouders wel kan verplichten de opvoeding van jonge kinderen gedeeltelijk over
te laten aan anderen.
Toch wil ik in deze brief de gunstige economische gevolgen van het opleggen van een
sollicitatieplicht benadrukken.”
Schrijf het vervolg van de brief van Gert.
In deze brief moeten de volgende aspecten aan de orde komen:
a het gevolg voor de loonontwikkeling en het gevolg daarvan voor de internationale
concurrentiepositie van Nederland.
b het gevolg voor de secundaire inkomensverdeling.
Daarnaast moet in de brief naar eigen keuze één van de onderstaande aspecten aan de orde
komen. Kies daarbij het aspect dat het best in de brief past.