Background image

terug

Vraag 12

Op 1 mei 2004 is de Europese Unie (EU) uitgebreid met tien, vooral Oost-Europese, landen. Door toetreding tot de EU zijn deze nieuwe lidstaten verplicht te streven naar invoering van de euro. Elk land mag echter zelf beslissen op welke termijn de euro wordt ingevoerd. De nieuwe lidstaten zullen zelf een afweging van de voor- en nadelen van invoering van de euro moeten maken. Als een land besluit de euro in te voeren, moet zijn voldaan aan een aantal eisen. Deze eisen hebben onder andere betrekking op de staatsschuld, het financieringstekort van de overheid en de inflatie.

De regering van een van de nieuwe lidstaten kondigt aan dat dit land op korte termijn de euro wil invoeren. De minister-president van dit land zegt in een televisietoespraak: “De afgelopen jaren schommelde de wisselkoers van onze munt sterk ten opzichte van de euro. Om deze schommelingen af te zwakken, moest enkele keren de rente worden verhoogd. Als we de euro invoeren, zullen wisselkoersschommelingen tot het verleden behoren en zal de rentestand in ons land dalen.”

Naast steun komt er in dit land ook kritiek op deze aankondiging van de regering. Kritische inwoners van dit land wijzen onder andere op de volgende drie nadelen van invoering van de euro.

  1. Als ons land geen eigen munt meer heeft, kan een devaluatie niet meer worden ingezet om de economie van ons land te stimuleren.
  2. Door invoering van de euro zal de internationale arbeidsverdeling verder toenemen. Een nadeel daarvan is dat door toenemende concurrentie bepaalde bedrijfstakken uit ons land zullen verdwijnen.
  3. Om aan de eisen van de invoering van de euro te voldoen, moet flink worden bezuinigd op de overheidsuitgaven. Dit kan ten koste gaan van de overheidsinvesteringen in infrastructuur en onderwijs in ons land.

Stel je de volgende situatie voor:
Jij bent als inwoner van dit land voorstander van invoering van de euro in dit land vanwege de verwachte lagere rente en grotere wisselkoersstabiliteit.
Daarnaast wil jij met argumenten komen tegen de kritiek op invoering van de euro. In een betoog zet jij dit standpunt uiteen.

Het betoog begint als volgt:
“In mijn betoog wil ik enkele voordelen van invoering van de euro in ons land beschrijven. Vervolgens zal ik reageren op de kritiek op het plan de euro in te voeren.”


Schrijf het vervolg van dit betoog.

In dit betoog moeten de volgende aspecten aan de orde komen.
  1. Het gevolg van een rentedaling voor de productiegroei.
  2. Het gevolg van het verdwijnen van wisselkoersschommelingen voor de export.

Daarnaast moet in het betoog naar eigen keuze één van de onderstaande aspecten aan de orde komen. Kies daarbij het aspect dat het best in het betoog past.
  1. Een argument tegen de kritiek onder punt a door te wijzen op het nadeel van een devaluatie van de eigen munt voor de inflatie in ons land.
  2. Een argument tegen de kritiek onder punt b door te wijzen op het voordeel van verdergaande internationale arbeidsverdeling voor de consumenten in ons land.
  3. Een argument tegen de kritiek onder punt c door te wijzen op de ruimte die een lage rentestand geeft voor overheidsinvesteringen in de toekomst in ons land, zelfs bij gelijkblijvende overheidsinkomsten.
Aanwijzingen:
  • De onderdelen van het betoog moeten logisch op elkaar aansluiten.
  • Gebruik voor het vervolg van het betoog 120 woorden; een afwijking van 20 woorden is toegestaan.