Dieselmotoren kunnen koolzaadolie als brandstof gebruiken. Koolzaadolie wordt
gewonnen uit de koolzaadplant die ook in Nederland kan worden geteeld. Door
een lagere uitstoot van schadelijke stoffen zijn automotoren die koolzaadolie als
brandstof gebruiken, minder schadelijk voor het milieu dan automotoren die
dieselolie gebruiken. Vooral de uitstoot van kooldioxide (CO2) neemt sterk af.
Het aanpassen van een dieselmotor voor koolzaadolie kost €3.000. Het
brandstofgebruik in liters per kilometer blijft ongewijzigd. De productiekosten van
een liter koolzaadolie zijn hoger dan van een liter dieselolie. Op alle soorten
brandstof voor auto’s moet tot nu toe in Nederland accijns worden betaald,
omdat de overheid de negatieve gevolgen van het autogebruik wil afremmen. De
regering overweegt de accijns op koolzaadolie af te schaffen. Hierdoor zou
koolzaadolie aan de pomp goedkoper worden dan dieselolie.
Stel je de volgende situatie voor:
Een jongen in jouw klas leest in de krant dat de accijns op koolzaadolie als
brandstof voor auto’s ter discussie staat. Hij is tegenstander van het afschaffen
van deze accijns. Hij zegt: “Dit leidt tot oneerlijke concurrentie tussen de
producenten van dieselolie en koolzaadolie. De regering kan toch ook niet de
accijns op jenever afschaffen en tegelijkertijd de accijns op whisky laten
bestaan”. Jij bent het niet eens met jouw klasgenoot. De leraar hoort dat. Jij
krijgt de opdracht jouw standpunt in een betoog uiteen te zetten.
Het betoog begint als volgt:
“Ik ben voorstander van het afschaffen van de accijns op koolzaadolie. Voor mijn
standpunt heb ik de volgende argumenten.”
Schrijf het vervolg van dit betoog.
In dit betoog moeten de volgende aspecten aan de orde komen.
a. Het verschil in externe effecten van brandstofsoorten als argument om de
accijns op koolzaadolie af te schaffen.
b. Het gevolg voor de werkgelegenheid.
Daarnaast moet in het betoog naar eigen keuze één van de onderstaande
aspecten aan de orde komen. Kies daarbij het aspect dat het best in het betoog
past.
1. Het gevolg voor de overheidsuitgaven.
2. Het gevolg voor andere overheidsontvangsten dan accijnsopbrengsten.
3. Het gevolg voor de duurzaamheid van de productie in Nederland.
Aanwijzingen:
- De onderdelen van het betoog moeten logisch op elkaar aansluiten.
- Gebruik voor het vervolg van het betoog 120 woorden; een afwijking van
20 woorden is toegestaan.