Background image

terug

Vraag 26

We maken onderscheid tussen de nominale en de reële waarde van geld.
Hieronder staan drie uitspraken:
uitspraak 1
Op biljetten en munten staat de waarde van het biljet respectievelijk de munt aangegeven.
uitspraak 2
Op een biljet van € 200 komt het cijfer 200 op de voorzijde vier keer voor.
uitspraak 3
In 2003 kende Nederland een inflatie van 1,4%, waardoor de koopkracht van de euro daalde.
Geef voor elke uitspraak aan op welke waarde de uitspraak betrekking heeft.