Background image

terug

Vraag 34

Ruzie over prijzen
De gebroeders Soer hebben samen op Schiermonnikoog een fietsenverhuurbedrijf. Zij willen de omzet uit hun fietsenverhuurbedrijf vergroten. Zij verschillen van mening over de manier waarop dat zou moeten. Broer Kees denkt dat de vraag naar hun huurfietsen prijselastisch is. Broer Piet denkt dat de vraag naar hun huurfietsen prijsinelastisch is.
Hieronder staan enkele economische verschijnselen:

  1. de huurprijs van de fietsen moet worden verlaagd
  2. de huurprijs van de fietsen moet worden verhoogd
  3. want de relatieve vraagdaling is groter dan de relatieve prijsstijging
  4. want de relatieve vraagdaling is kleiner dan de relatieve prijsstijging
  5. want de relatieve vraagstijging is groter dan de relatieve prijsdaling
  6. want de relatieve vraagstijging is kleiner dan de relatieve prijsdaling
  7. zodat de omzet van het fietsenverhuurbedrijf stijgt
In welke volgorde wordt de gedachtegang van Piet correct weergegeven?