In het vierde kwartaal 2000 is de prijselasticiteit van de vraag naar benzine bij ’Het Pumpke’ -0,5. Hieronder staan twee uitspraken met betrekking tot ’Het Pumpke’:
uitspraak 1
In het vierde kwartaal 2000 heeft ’Het Pumpke’ te maken met een prijsinelastische vraag naar benzine.
uitspraak 2
In het vierde kwartaal 2000 is de omzet van ’Het Pumpke’ lager dan in het derde kwartaal 2000.
Geef voor elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.