Background image

terug

Vraag 14

Het CPB voorspelde ook dat in 2006 de werkloosheid bij een olieprijs van $ 65 per vat hoger zou uitkomen dan bij een olieprijs van $ 50 per vat. Deze toename van de werkloosheid is zowel van structurele aard als van conjuncturele aard.

Gegeven zijn de onderstaande verschijnselen.

  1. De Nederlandse concurrentiepositie verslechtert.
  2. De koopkracht van consumenten neemt af.
  3. De productiekosten stijgen.
  4. De binnenlandse bestedingen stagneren.
  5. De inflatie in Nederland neemt toe.
  6. De export stagneert.
Plaats de letters a tot en met f zodanig in het onderstaande schema dat er twee economisch correcte redeneringen ontstaan. Elke letter mag maar een keer gebruikt worden.

De olieprijs stijgt.De olieprijs stijgt.
↓ ... ↓ ...
↓ ... ↓ ...
↓ ... ↓ ...
De structuurwerkloosheid stijgt.De conjunctuurwerkloosheid stijgt.