'Enerzijds is er de constitutionele monarchie en anderzijds is er koningin Beatrix.' (regel 4-6 uit de tekst in bijlage "Vraagtekens bij staatsbestel"). Deze zin illustreert dat er een zekere spanning bestaat tussen het begrip constitutionele monarchie en de invulling die de koningin daaraan geeft.
A Wat houdt het begrip constitutionele monarchie in? Noem twee elementen.
B Geef een citaat uit de tekst in bijlage "Vraagtekens bij staatsbestel" waaruit de spanning blijkt tussen het begrip constitutionele monarchie en het optreden van de koningin.