Lees tekst 1, regels 1 tot en met 25.
Een collectief goed kan vaak niet alleen maar aan de markt overgelaten worden.
Het openbaar vervoer is een collectief goed dat grotendeels door private
ondernemingen geëxploiteerd wordt en waarbij de overheid bijvoorbeeld
voorschrijft dat de private onderneming minstens een bepaald aantal ritten op
een bepaald aantal lijnen moet verzorgen. Dat de overheid zich op enigerlei
wijze met collectieve goederen bemoeit is één van de kenmerken van collectieve
goederen.
Aan welk ander kenmerk van een collectief goed wordt niet meer voldaan als de overheid geen voorwaarden zou stellen? Leg je antwoord uit.