Door een verband te leggen tussen stereotypering in televisieprogramma’s en
discriminatie in de samenleving schrijft de schrijver aan de media een grote
invloed toe. Dit wordt in de wetenschap in twijfel getrokken. Met name één
wetenschappelijke theorie stelt expliciet dat zo’n vermeende directe invloed in
zijn algemeenheid helemaal niet opgaat.
Leg uit met welke beïnvloedingstheorie je de stelling kunt weerleggen dat
stereotypering in programma’s als ‘Ushi en Dushi’ leidt tot negatieve
beeldvorming ten aanzien van mensen met een donkere huidskleur.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Over Dushi: beeldvorming is wel degelijk van belang