In hetzelfde interview (niet in de tekst opgenomen) stelt Coolsaet:
“Ik constateer dat in Nederland juristen veel uitgesproken kritiek hebben op een
mogelijke ‘big brother-staat’ door de antiterrorisme-wetgeving.” Hij doelt op het
maatschappelijk debat dat in Nederland ontstond naar aanleiding van de
verscherpte antiterrorisme-wetgeving.
Welk dilemma van de rechtsstaat heeft centraal gestaan in dit maatschappelijke
debat?
Licht dit dilemma vervolgens toe met behulp van een voorbeeld van een nieuwe
opsporingsbevoegdheid bij terrorismebestrijding.