Bij deze opgave horen de bijlagen "Jeugdcriminaliteit", "Jeugdcriminaliteit kan worden beperkt", "Vier actiepunten: Hoe jeugdcriminaliteit wordt aangepakt" en "Een kind hoort thuis".
Inleiding
Ruim 130.000 kinderen van onder de twaalf jaar maken zich in Nederland
schuldig aan crimineel gedrag, variërend van agressiviteit tot bekladding en
winkeldiefstal. Jaarlijks verwijst de politie tweeduizend criminelen jonger dan
twaalf door naar de stopmaatregel, een pedagogisch programma (bijlage "Jeugdcriminaliteit").
Wetenschappers stellen dat crimineel gedrag op jonge leeftijd kan leiden tot een
latere criminele carrière. Een combinatie van factoren speelt hierbij een rol
(bijlage "Jeugdcriminaliteit kan worden beperkt").
Het terugdringen van jeugdcriminaliteit hoort bij het voornemen van het kabinet
Balkenende IV om de criminaliteit met 25 procent terug te dringen in de periode
2002-2010 (bijlage "Vier actiepunten: hoe jeugdcriminaliteit wordt aangepakt").
Criminologe Junger-Tas is het niet eens met de manier waarop de overheid de
risico’s op jeugdcriminaliteit wil verminderen. Ze betoogt dat de controlebehoefte
van justitie nu ook oprukt naar de jeugdhulpverlening (bijlage "Een kind hoort thuis").
Lees de bijlage "Jeugdcriminaliteit".
Kinderen onder de twaalf jaar die een licht strafbaar feit plegen, kunnen in
aanmerking komen voor de zogenaamde Stop-reactie bij bureau Halt. In 2007
werden 1526 Stop-reacties volledig afgerond.
Welke doelen van straf zijn in de bijlage "Jeugdcriminaliteit" te herkennen? Noem er twee en
ondersteun elk van beide doelen met een citaat.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Jeugdcriminaliteit kan worden beperkt