Background image

terug

Vraag 36

Willem Holleeder werd eind december 2007 veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf vanwege het leidinggeven aan een criminele organisatie en afpersing van drie vastgoedhandelaren. De strafzaak startte in april 2007. Het proces kreeg veel media-aandacht. Tijdens het strafproces zocht Holleeder enkele malen contact met de pers.“ De rechtbank gaf uiting aan haar ‘verwondering’ dat Holleeder buiten de rechtszaal meer vertelde dan daarbinnen” (regels 11-14). De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) vindt dat verdachten vrij met de pers moeten kunnen praten (regels 15-20).
NVJ-secretaris Thomas Bruning verwijst naar de vrijheid van meningsuiting (regels 15-17). De vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt. In grondwetsartikel 7 staat dat “niemand voorafgaand verlof nodig heeft om door de drukpers gedachten en gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”. Dit laatste houdt in dat er grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting, zoals wanneer het gaat om het verkondigen van laster over iemand (regel 22) of smaad.

Geef twee andere voorbeelden van uitlatingen die strafbaar zijn volgens de wet.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Als medium heb je de plicht te publiceren