In de tekst uit bijlage "Onderwijsblad over boek Ritzen" wordt gesproken over de wetgevende arbeid van het Kamerlid.
Kamerleden hebben zowel formele als informele middelen om hun parlementair werk te verrichten.
Welke formele middelen hebben Kamerleden om hun wetgevende arbeid te verrichten?
Noem er twee.